China is wereldwijd veruit de grootste productiewerkplaats voor
kinderspeelgoed. Lange gold dat ook voor het Amerikaanse merk K’Nex, vooral
bekend van constructiespeelgoed dat populair is bij jongetjes.

K’Nex en moederbedrijf de Rodon Group zijn eigendom van de familie Glickman.
De Rodon Group maakt al sinds 1956 plastic onderdelen, zoals stekkers en
koffiefilters. In het begin van de jaren ‘90 werd hier het K’Nex bouw en
klik speelgoed aan toegevoegd.

Na de crisis in 2008 liep de vraag naar plastic onderdelen zo ver terug, dat
massaontslagen dreigden bij de Rodon Group. Om dit te voorkomen nam
directeur Joel Glickman een radicale stap: de productie van K’Nex werd
stapsgewijs grotendeels teruggehaald uit China, naar Hatfield in
Pennssylvenië. Hierover berichtte zakenkrant The
Wall Street Journal
zondag.

Productie dicht bij afzetmarkt

De verplaatsing van de productie naar de Verenigde Staten heeft, naast het
behoudt van banen bij Rodon, nog een aantal andere voordelen. Volgens topman
Glickman kan het bedrijf door de productie naar eigen bodem te verplaatsen
sneller reageren op de binnenlandse vraag. Zo kan het populair speelgoed ook
sneller leveren aan detailhandels.

Ook is er grotere controle op kwaliteit en materialen, wat erg belangrijk is
bij kinderspeelgoed. Een laatste voordeel is dat de stijgende loon- en
transportkosten in China ontlopen worden.

“Cheaper than China”

Glickman vertrouwt erop dat Rodon, onder de slogan “Cheaper than China”, erin
zal slagen om op de lange termijn goedkoper te kunnen produceren dan China.
Een probleem bij het vervaardigen van het speeldgoed is wel dat er handwerk
bij komt kijken. Om de hoge loonkosten te voorkomen wil Glickman het
productieproces volledig automatiseren.

Hiervoor heeft K’Nex het speelgoed-ontwerp laten aanpassen zodat er geen
mensenhanden meer aan te pas komen. Daarnaast laat het een deel van de
montage van het speelgoed over aan de gebruiker. Hierbij is van kinderarbeid
dus geen sprake.

Speelgoed van eigen bodem

Toch zal het nog even duren voordat K’Nex de productie van het speelgoed
volledig in eigen land kan realiseren. In de Verenigde Staten ontbreekt een
effectief netwerk van leveranciers en onderdelen. Zo moeten er nog een
aantal specifieke onderdelen vanuit China geïmporteerd worden, zoals
batterij-aangedreven motortjes en rubberen bedekkingen.

Lees ook:

Philips: loonkosten Shanghai net zo hoog als Drachten

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl